Dutch

Detailed Translations for achterklap from Dutch to English

achterklap:

achterklap [de ~ (m)] nomen

  1. de achterklap (geroddel; klap; roddels; )
    the gossip; the babble; the claptrap; the scandal-mongering; the slander; the prattle; the wishwash; the tittle-tattle; the blah; the vilification; the slipslop; the backbiting; the defamation; the talks; the clanging; the jaw; the tolling; the bunkum; the talkee-talkee; the scandal; the mudslinging; the talk
  2. de achterklap (roddel; kwaadsprekerij; lastering; )
    the defamation; the vilification; the gossip; the slander; the scandal; the profanity; the mudslinging; the backbiting; the scandal-mongering
  3. de achterklap (kwaadsprekerij; zwartmaken; roddelpraat; )
    the slander; the blasphemy; the gossip; the mudslinging; the profanity; the vilification; the defamation; the tittle-tattle; the scandal; the backbiting; the scandal-mongering; the small talk
  4. de achterklap (laster; smaad)
    the slander

Translation Matrix for achterklap:

NounRelated TranslationsOther Translations
babble achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwebbel; prietpraat
backbiting achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken
blah achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels prietpraat
blasphemy achterklap; geroddel; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; roddel; roddelpraat; zwartmaken blasfemie; godslastering; lastertaal
bunkum achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels prietpraat
clanging achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebeier; gelui; klokgelui
claptrap achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwebbel; prietpraat
defamation achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken aantasten; eerroof; laster; oneer; schande; smaad
gossip achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken babbelaar; gebabbel; gekout; gepraat; geroddel; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; leuterkous; ouwehoer; praat; roddelaar; roddelaarster; zwammer; zwamneus; zwetser
jaw achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat; prietpraat
mudslinging achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken
prattle achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
profanity achterklap; geroddel; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; roddel; roddelpraat; zwartmaken
scandal achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken schandaal
scandal-mongering achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken
slander achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; smaad; zwartmaken belastering; gepraat; geroddel; vuilspuiterij
slipslop achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels prietpraat
small talk achterklap; geroddel; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; roddel; roddelpraat; zwartmaken babbeltjes; praatjes
talk achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebabbel; gekout; gepraat; gesprek; mondeling onderhoud; onderhoud; praat; samenspraak
talkee-talkee achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels prietpraat
talks achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst
tittle-tattle achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken prietpraat
tolling achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels gebeier; gelui; klokgelui
vilification achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken verguizing
wishwash achterklap; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels prietpraat
VerbRelated TranslationsOther Translations
babble brabbelen; kletspraat verkopen; krompraten; kwijlen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
gossip belasteren; kwaadspreken; lasteren; roddelen
jaw kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
prattle kletspraat verkopen; kwijlen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
slander belasteren; kwaadspreken; lasteren; smaden; zwart kleuren; zwartmaken
talk babbelen; bezet zijn; communiceren; converseren; een conversatie hebben; in contact staan; in gesprek zijn; kakelen; klappen; kletsen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden; wauwelen; zwammen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
backbiting kwaadsprekend; lasterlijk; smadend

Related Words for "achterklap":

  • achterklappen