Dutch

Detailed Translations for alias from Dutch to English

alias:

alias [de ~ (m)] nomen

  1. de alias (pseudoniem; schuilnaam)
    the pseudonym; the alias
  2. de alias
    the alias; the e-mail alias
    – The portion of the e-mail address that appears to the left of the @ symbol. 1
  3. de alias
    the alias
    – An alternative label for some object, such as a file or data collection. 1
  4. de alias (snelkoppeling)
    the alias; the shortcut
    – A link to any item accessible on your computer or on a network, such as a program or application, file, folder, disk drive, printer, or another computer. You can put shortcuts in various areas, such as on the desktop, on the Start menu, or in specific folders. 1

Translation Matrix for alias:

NounRelated TranslationsOther Translations
alias alias; pseudoniem; schuilnaam; snelkoppeling
e-mail alias alias
pseudonym alias; pseudoniem; schuilnaam
shortcut alias; snelkoppeling
AdverbRelated TranslationsOther Translations
alias alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde geheten; genaamd
also known as alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
called alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde aangeroepen; bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd; opgebeld; toegeroepen
going by the name of alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd; getiteld
known as alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd
named alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd
so called alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde
what they call alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde

Related Words for "alias":


Wiktionary Translations for alias:

alias
adverb
  1. anders gezegd, ook wel genaamd
noun
  1. een bijnaam
alias
en-prep
  1. also known as