Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. alles:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for alles:
    • anything


Dutch

Detailed Translations for alles from Dutch to English

alles:

alles [znw.] nomen

  1. alles (voltalligheid; geheel; volledigheid; )
    the completeness; the fullness

Translation Matrix for alles:

NounRelated TranslationsOther Translations
completeness alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid compleetheid; uitputtendheid; volledigheid
fullness alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid compleetheid; volheid; volledigheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
complete afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; compleet maken; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
complete allemaal; alles af; afgelopen; afgerond; algeheel; beëindigd; compleet; gecompleteerd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; helemaal; klaar; kompleet; over; plenair; totaal; uit; volkomen; volledig; volslagen; voltallig; voltooid; voorbij
AdverbRelated TranslationsOther Translations
entirely allemaal; alles enenmale
ModifierRelated TranslationsOther Translations
all allemaal; alles alle; allemaal; allen; elk; elke; iedere
all of it allemaal; alles
everything allemaal; alles

Antonyms for "alles":


Related Definitions for "alles":

  1. elk ding1
    • heb je alles opgeschreven?1

Wiktionary Translations for alles:

alles
pronoun
  1. al het mogelijke, de gehele verzameling of hoeveelheid zonder uitzondering
alles
en-pron
  1. all the things
noun
  1. everything possible
adverb
  1. intensifier

Related Translations for alles