Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. baanschuiver:


Dutch

Detailed Translations for baanschuiver from Dutch to English

baanschuiver:

baanschuiver [de ~ (m)] nomen

  1. de baanschuiver
    the guard; the cowcatcher

Translation Matrix for baanschuiver:

NounRelated TranslationsOther Translations
cowcatcher baanschuiver
guard baanschuiver begeleiding; beveiliging; bewaker; cipier; deurwachter; die wakker is; escorte; garde; gevangenbewaarder; op wacht staan; persoon die op wacht staat; portier; schildwacht; suppoost; vergezellen; wacht; wachter; waker; wakker; wakker persoon
VerbRelated TranslationsOther Translations
guard behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaken; hoeden; hoeden voor; in bescherming nemen; opletten; toezien op; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren; waken; waken over

Related Words for "baanschuiver":

  • baanschuivers