Summary
Dutch
Detailed Translations for bedonderd from Dutch to English
bedonderd:
-
bedonderd (belazerd; ellendig; diep ongelukkig)
Translation Matrix for bedonderd:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
distressed | bedonderd; belazerd; diep ongelukkig; ellendig | bedroefd; droef; droevig; verdrietig |
wretched | bedonderd; belazerd; diep ongelukkig; ellendig | akelig; beroerd; deplorabel; ellendig; ellendige; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; klungelig; lamenterend; lamlendig; lamzalig; meelijwekkend; miserabel; naar; ongelukkig; onzalig; stumperig; weeklagend |
bedonderen:
Conjugations for bedonderen:
o.t.t.
- bedonder
- bedondert
- bedondert
- bedonderen
- bedonderen
- bedonderen
o.v.t.
- bedonderde
- bedonderde
- bedonderde
- bedonderden
- bedonderden
- bedonderden
v.t.t.
- heb bedonderd
- hebt bedonderd
- heeft bedonderd
- hebben bedonderd
- hebben bedonderd
- hebben bedonderd
v.v.t.
- had bedonderd
- had bedonderd
- had bedonderd
- hadden bedonderd
- hadden bedonderd
- hadden bedonderd
o.t.t.t.
- zal bedonderen
- zult bedonderen
- zal bedonderen
- zullen bedonderen
- zullen bedonderen
- zullen bedonderen
o.v.t.t.
- zou bedonderen
- zou bedonderen
- zou bedonderen
- zouden bedonderen
- zouden bedonderen
- zouden bedonderen
diversen
- bedonder!
- bedondert!
- bedonderd
- bedonderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze