Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begeleidster:


Dutch

Detailed Translations for begeleidster from Dutch to English

begeleidster:

begeleidster [de ~ (v)] nomen

  1. de begeleidster
    the guide; the companion

Translation Matrix for begeleidster:

NounRelated TranslationsOther Translations
companion begeleidster compagnon; echtgenoot; eega; gabber; gezel; gezellin; gids; informatieboek; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; levensgezel; levenspartner; maat; maatje; makker; man; metgezel; pal; partner; spitsbroeder; vriend; vriendje
guide begeleidster aanwijzing; begeleider; gids; handboek; hulplijn; leidsman; loods; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; richtlijn; rondleider
VerbRelated TranslationsOther Translations
guide begeleiden; in goede banen leiden; leiden; meevoeren; voeren