Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begerend:
  2. begeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for begerend from Dutch to English

begerend:

begerend adj

  1. begerend (verlangend)

Translation Matrix for begerend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
desirous begerend; verlangend begerig; gretig; happig

begeren:

begeren verb (begeer, begeert, begeerde, begeerden, begeerd)

  1. begeren (verlangen)
    to desire; to crave; to covet; to want; to wish; to will
    • desire verb (desires, desired, desiring)
    • crave verb (craves, craved, craving)
    • covet verb (covets, coveted, coveting)
    • want verb (wants, wanted, wanting)
    • wish verb (wishes, wished, wishing)
    • will verb (will, would, willing)
    to long
    – desire strongly or persistently 1
    • long verb (longs, longed, longing)

Conjugations for begeren:

o.t.t.
  1. begeer
  2. begeert
  3. begeert
  4. begeren
  5. begeren
  6. begeren
o.v.t.
  1. begeerde
  2. begeerde
  3. begeerde
  4. begeerden
  5. begeerden
  6. begeerden
v.t.t.
  1. heb begeerd
  2. hebt begeerd
  3. heeft begeerd
  4. hebben begeerd
  5. hebben begeerd
  6. hebben begeerd
v.v.t.
  1. had begeerd
  2. had begeerd
  3. had begeerd
  4. hadden begeerd
  5. hadden begeerd
  6. hadden begeerd
o.t.t.t.
  1. zal begeren
  2. zult begeren
  3. zal begeren
  4. zullen begeren
  5. zullen begeren
  6. zullen begeren
o.v.t.t.
  1. zou begeren
  2. zou begeren
  3. zou begeren
  4. zouden begeren
  5. zouden begeren
  6. zouden begeren
diversen
  1. begeer!
  2. begeert!
  3. begeerd
  4. begerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

begeren [znw.] nomen

  1. begeren (verlangen; wensen; smachten; zucht; lust)
    the desire; the wish; the yearning; the craving; the wanting; the longing

Translation Matrix for begeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
craving begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; ademstoot; begeerte; drang; drift; heftig verlangen; hunkering; impuls; lust; neiging; verlangen; wens; zucht
desire begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; drift; genoegen; genot; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkering; lust; verlangen; wellust; wens
longing begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkeren; hunkering; smachten; verlangen; wens
want armoede; behoefte; ellende; gebrek; gemis
wanting begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
will laatste wil; opzet; plan; testament; uiterste wilsbeschikking; voornemen
wish begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hevig verlangen; laatste wens; opzet; plan; verlangen; voornemen; wens; wil
yearning begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hunkering; verlangen; wens
VerbRelated TranslationsOther Translations
covet begeren; verlangen
crave begeren; verlangen een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar; hunkeren; sterk verlangen
desire begeren; verlangen hunkeren; sterk verlangen
long begeren; verlangen hunkeren; sterk verlangen
want begeren; verlangen behoeven; believen; benodigen; moeten; nodig hebben; wensen; willen
will begeren; verlangen zullen
wish begeren; verlangen toewensen; wensen; willen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
long lang; langaanhoudend; langdurig
longing hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend
yearning hunkerend; reikhalzend; smachtend; verlangend

Wiktionary Translations for begeren:

begeren
verb
  1. sterk verlangen om iets te bezitten
begeren
verb
  1. crave sexual contact
  2. strongly desire
  3. to have desire for; to yearn
  4. to long for inordinately or unlawfully
  5. to wish for with eagerness

Cross Translation:
FromToVia
begeren covet convoiterdésirer avidement ce qu’un autre posséder.
begeren hope; desire; wish; want souhaiterformer un souhait.