Dutch
Detailed Translations for beginnen met from Dutch to English
beginnen met:
-
beginnen met (vooropzetten; vooropstellen; vooruitzetten)
Conjugations for beginnen met:
o.t.t.
- begin met
- begint met
- begint met
- beginnen met
- beginnen met
- beginnen met
o.v.t.
- begon met
- begon met
- begon met
- begonnen met
- begonnen met
- begonnen met
v.t.t.
- ben begonnen met
- bent begonnen met
- is begonnen met
- zijn begonnen met
- zijn begonnen met
- zijn begonnen met
v.v.t.
- was begonnen met
- was begonnen met
- was begonnen met
- waren begonnen met
- waren begonnen met
- waren begonnen met
o.t.t.t.
- zal beginnen met
- zult beginnen met
- zal beginnen met
- zullen beginnen met
- zullen beginnen met
- zullen beginnen met
o.v.t.t.
- zou beginnen met
- zou beginnen met
- zou beginnen met
- zouden beginnen met
- zouden beginnen met
- zouden beginnen met
diversen
- begin met!
- begint met!
- begonnen met
- beginnend met
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for beginnen met:
Noun | Related Translations | Other Translations |
premise | aanname; postulaat; premisse; stelling; these; thesis; vooronderstelling; voorwaarde | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
preconceive | beginnen met; vooropstellen; vooropzetten; vooruitzetten | |
premise | beginnen met; vooropstellen; vooropzetten; vooruitzetten |