Dutch
Detailed Translations for bekruipen from Dutch to English
bekruipen:
-
bekruipen (besluipen; tijgeren)
-
bekruipen (het gevoel krijgen)
Conjugations for bekruipen:
o.t.t.
- bekruip
- bekruipt
- bekruipt
- bekruipen
- bekruipen
- bekruipen
o.v.t.
- bekroop
- bekroop
- bekroop
- bekropem
- bekropen
- bekropen
v.t.t.
- heb bekropen
- hebt bekropen
- heeft bekropen
- hebben bekropen
- hebben bekropen
- hebben bekropen
v.v.t.
- had bekropen
- had bekropen
- had bekropen
- hadden bekropen
- hadden bekropen
- hadden bekropen
o.t.t.t.
- zal bekruipen
- zult bekruipen
- zal bekruipen
- zullen bekruipen
- zullen bekruipen
- zullen bekruipen
o.v.t.t.
- zou bekruipen
- zou bekruipen
- zou bekruipen
- zouden bekruipen
- zouden bekruipen
- zouden bekruipen
diversen
- bekruip!
- bekruipt!
- bekropen
- bekruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bekruipen (besluipen)
Translation Matrix for bekruipen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ambush | hinderlaag; val; valstrik | |
coming over | bekruipen; besluipen | komst; overkomst |
stalk | halm; steel; stengel | |
stealing over | bekruipen; besluipen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ambush | bekruipen; besluipen; tijgeren | belagen |
get the feeling | bekruipen; het gevoel krijgen | |
stalk | bekruipen; besluipen; tijgeren |