Summary
Dutch to English: more detail...
- bestel:
- bestellen:
-
Wiktionary:
- bestel → dispensation, establishment
- bestel → system, set-up, custody, holding, storage, reign, rule, governance, regulation, ruling, ascendancy, ascendance, attendance
- bestellen → order
- bestellen → command, tell, dictate, book, procure, ask, ask for, inquire, request, demand, provide, furnish, deliver, supply, purvey, yield
Dutch
Detailed Translations for bestel from Dutch to English
bestel:
-
de bestel (samenstel)
Translation Matrix for bestel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
establishment | bestel; samenstel | autoriteiten; bepaling; definiëring; determinatie; gezag; gezaghebbers; grondlegging; het stichten; instelling; omschrijving; oprichting; orgaan; stichting; vestiging; zintuig |
existing order | bestel; samenstel |
Related Words for "bestel":
Wiktionary Translations for bestel:
bestel
Cross Translation:
noun
bestel
-
een organisatie die als systeem een bepaald doel op een bepaalde manier dient
- bestel → dispensation
noun
-
that which is established
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestel | → system; set-up | ↔ système — ensemble d’éléments, de concepts reliés, organisés en une structure. |
• bestel | → custody; holding; storage; reign; rule; governance; regulation; ruling; ascendancy; ascendance; attendance | ↔ tenue — Traductions à trier suivant le sens. |
bestel form of bestellen:
-
bestellen (orderen)
-
bestellen (thuisbezorgen; brengen; afgeven; bezorgen; afleveren; overhandigen)
-
bestellen (thuisbezorgen; bezorgen; brengen; afleveren; rondbrengen)
to deliver; to bring; to supply; to provide; to bring around; to hand over to; to furnish; to send; to ship; to send round; to give
Conjugations for bestellen:
o.t.t.
- bestel
- bestelt
- bestelt
- bestellen
- bestellen
- bestellen
o.v.t.
- bestelde
- bestelde
- bestelde
- bestelden
- bestelden
- bestelden
v.t.t.
- heb besteld
- hebt besteld
- heeft besteld
- hebben besteld
- hebben besteld
- hebben besteld
v.v.t.
- had besteld
- had besteld
- had besteld
- hadden besteld
- hadden besteld
- hadden besteld
o.t.t.t.
- zal bestellen
- zult bestellen
- zal bestellen
- zullen bestellen
- zullen bestellen
- zullen bestellen
o.v.t.t.
- zou bestellen
- zou bestellen
- zou bestellen
- zouden bestellen
- zouden bestellen
- zouden bestellen
diversen
- bestel!
- bestelt!
- besteld
- bestellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bestellen:
Related Words for "bestellen":
Related Definitions for "bestellen":
Wiktionary Translations for bestellen:
bestellen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestellen | → command; tell; dictate; book; procure | ↔ commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général). |
• bestellen | → ask; ask for; inquire; request; demand | ↔ demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui. |
• bestellen | → provide; furnish; deliver; supply; purvey; yield | ↔ fournir — pourvoir, approvisionner. |
• bestellen | → deliver; furnish; supply; provide | ↔ livrer — Traductions à trier suivant le sens |