Interglot - "betaling" translated from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

Dutch

Detailed Translations for betaling from Dutch to English

de betaling
the payment; the pay-off; the compensation
- payment [the ~] nomen
- pay-off [the ~] nomen
- compensation [the ~] nomen
de betaling
the payment
- payment [the ~] nomen
de betaling
the checkout
– The process of finalizing a purchase on a Web site. For example, when customers shop on your Web site, they may select several items and save them in their shopping basket. When they have finished shopping, they click on a checkout link or graphical button that takes them to an online form where they enter their name, billing address, payment type, and shipping information. ¹
- checkout [the ~] nomen
de betaling
the payment
– A transaction to record money that is paid to a supplier or customer for goods or services received. A payment transaction decreases the balance for a customer or vendor. ¹
- payment [the ~] nomen
de betaling
the payment
– The amount of money that an employee receives in a check or direct deposit. ¹
- payment [the ~] nomen
de betaling
the payment
– A past, present, or future settlement of an obligation. ¹
- payment [the ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
checkout	betaling
compensation	betaling	aanzuivering; afkoopwaarde; arbeidsloon; bezoldiging; compensatie; compenseren; contraprestatie; gage; herstelbetaling; honorarium; indemnisatie; kostenvergoeding; loon; restituties; salaris; schade-uitkering; schadeloosstelling; schadevergoeding; smartengeld; soldij; tegemoetkoming; tegen prestatie opwegende actie; tegendienst; tegenprestatie; terugbetalingen; traktement; uitbetalingen bij schade; verdienste; vergoeden; vergoeding; wedde; wederdienst
pay-off	betaling
payment	betaling	aanzuivering; afbetaling; afrekening; arbeidsloon; betalen; bezoldiging; dokken; gage; honorarium; kostenvergoeding; loon; restituties; salaris; soldij; terugbetalingen; traktement; uitbetaling; uitkering; verdienste; vereffening; vergoeding; verrekening; voldoen; wedde

betaling

noun

het onderhandigen of overboeken van geld in ruil voor goed of dienst
- betaling → payment

betaling

noun

the act of paying
- payment → betaling
a sum of money paid in exchange for goods or services
- payment → uitbetaling; betaling

Cross Translation:

From	To	Via
• betaling	→ payment	↔ Zahlung — der erfolgte Besitzerwechsel einer bestimmten Summe Geldes
• betaling	→ payment	↔ Zahlung — ohne Plural: der Vorgang des Zahlens
• betaling	→ payment	↔ paiement — Ce qui se donner pour acquitter une dette.
• betaling	→ payment	↔ paye — salaire ou rémunération d’un travail.
• betaling	→ payment	↔ versement — finance\|fr action de verser de l’argent dans une caisse.