Dutch
Detailed Translations for betoon from Dutch to English
betoon form of betonen:
-
betonen (beklemtonen; benadrukken)
-
betonen (betuigen)
Conjugations for betonen:
o.t.t.
- betoon
- betoont
- betoont
- betonen
- betonen
- betonen
o.v.t.
- betoonde
- betoonde
- betoonde
- betoonden
- betoonden
- betoonden
v.t.t.
- heb betoond
- hebt betoond
- heeft betoond
- hebben betoond
- hebben betoond
- hebben betoond
v.v.t.
- had betoond
- had betoond
- had betoond
- hadden betoond
- hadden betoond
- hadden betoond
o.t.t.t.
- zal betonen
- zult betonen
- zal betonen
- zullen betonen
- zullen betonen
- zullen betonen
o.v.t.t.
- zou betonen
- zou betonen
- zou betonen
- zouden betonen
- zouden betonen
- zouden betonen
diversen
- betoon!
- betoont!
- betoond
- betonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for betonen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
stress | emotionele spanning; gespannenheid; spanning; stress | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
accentuate | beklemtonen; benadrukken; betonen | aanscherpen; aanspitsen |
declare | betonen; betuigen | aangeven; afkondigen; bekendmaken; declareren; noteren; opschrijven; proclameren |
emphasise | beklemtonen; benadrukken; betonen | accentueren; benadrukken; onderstrepen |
emphasize | beklemtonen; benadrukken; betonen | accentueren; benadrukken; onderstrepen |
express | betonen; betuigen | formuleren; openbaren; spuien; tot uitdrukking brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbaliseren; vertolken; verwoorden; zich uiten |
stress | beklemtonen; benadrukken; betonen | stressen |
External Machine Translations: