Summary
Dutch to English: more detail...
- bevalling:
-
Wiktionary:
- bevalling → child-birth, delivery, parturition, birth
- bevalling → birth
Dutch
Detailed Translations for bevalling from Dutch to English
bevalling:
-
de bevalling (geboorte; verlossing)
Translation Matrix for bevalling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
birth | bevalling; geboorte; verlossing | afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine |
childbirth | bevalling; geboorte; verlossing | |
confinement | bevalling; geboorte; verlossing | boete; celstraf; detentie; gevangen zetten; gevangenisstraf; gevangenschap; hechtenis; opgesloten zijn; opsluiting; straf; vrijheidsstraf |
delivery | bevalling; geboorte; verlossing | aanbieding; afgifte; aflevering; afstaan; bestelling; bezorging; declamatie; editie; geleverde; leverantie; levering; oplevering; overdracht; overhandiging; uitgave; uitlevering; versvoordracht; voordracht; wijze van voordracht; zending |
Wiktionary Translations for bevalling:
bevalling
Cross Translation:
noun
bevalling
-
het baren van een kind
- bevalling → child-birth; delivery; parturition
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevalling | → birth | ↔ accouchement — reproduction|fr action d’accoucher. |