Noun | Related Translations | Other Translations |
authority
|
bevoegd zijn; bevoegdheid
|
autorisatie; autoriteit; deskundige; expert; fiat; geven van volmacht; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; machtiging; mandaat; procuratie; specialist; toestemming; vakkundige; vergunning; vermogen; volmacht
|
competence
|
bevoegd zijn; bevoegdheid
|
bevoegdheid; capabelheid; competentie; deskundigheid; kennis van zaken; mate van kunstbeheersing; techniek; vakkundigheid
|
power
|
bevoegd zijn; bevoegdheid
|
autorisatie; autoriteit; autoriteiten; capaciteit; dynamiek; electrische stroom; energie; felheid; fiat; fiksheid; gezag; gezaghebbers; heerschappij; kracht; macht; machtiging; mogendheden; mogendheid; sterkte; stroom; toestemming; vermogen; volmacht
|
qualification
|
bevoegd zijn; bevoegdheid
|
bekwaming; kundig maken; kwalificatie
|