Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bevoorrechting:


Dutch

Detailed Translations for bevoorrechting from Dutch to English

bevoorrechting:

bevoorrechting [de ~ (v)] nomen

  1. de bevoorrechting
    the privilege; the favour; the preference; the advantage; the favouring; the favor

Translation Matrix for bevoorrechting:

NounRelated TranslationsOther Translations
advantage bevoorrechting baat; gewin; pre; profijt; winst
favor bevoorrechting begunstiging; dienst; gunst
favour bevoorrechting begunstiging; dienst; gunst
favouring bevoorrechting
preference bevoorrechting keuze; pre; smaak; voorkeur; voorliefde
privilege bevoorrechting bevoegdheid; privilege; voorrecht
VerbRelated TranslationsOther Translations
favor begunstigen; bevoordelen; bevoorrechten; iemand begunstigen; voorrechten toekennen; voorschuiven; voortrekken
favour begunstigen; bevoordelen; bevoorrechten; iemand begunstigen; voorrechten toekennen; voorschuiven; voortrekken
privilege bevoorrechten; voorrechten toekennen