Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate beweeglijkheid

Translate beweeglijkheid from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

beweeglijkheid:
- agility; liveliness; mobility
beweeglijk:
- dynamic; lively; energetic; active
Wiktionary:
- beweeglijk → mobile, agile
- beweeglijk → lively, effervescent, exuberant, mobile

Dutch

Detailed Translations for beweeglijkheid from Dutch to English

beweeglijkheid:

beweeglijkheid [de ~ (v)] nomen

de beweeglijkheid (levendigheid)
the agility; the liveliness; the mobility
- agility [the ~] nomen
- liveliness [the ~] nomen
- mobility [the ~] nomen
de beweeglijkheid (ongedurigheid)
the liveliness
- liveliness [the ~] nomen

Translation Matrix for beweeglijkheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
agility	beweeglijkheid; levendigheid	behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc; wendbaarheid
liveliness	beweeglijkheid; levendigheid; ongedurigheid	drukte; levendigheid; opgewektheid; temperament; vrolijkheid; vurigheid
mobility	beweeglijkheid; levendigheid	mobiliteit

Related Words for "beweeglijkheid":

beweeglijk

beweeglijk:

beweeglijk adj

beweeglijk (dynamisch; actief; energiek; levendig)
dynamic; lively; energetic; active
- dynamic adj
- lively adj
- energetic adj
- active adj

Translation Matrix for beweeglijk:

Noun	Related Translations	Other Translations
active		actieve vorm; activum; bedrijvende vorm
lively		pittigheid
Adjective	Related Translations	Other Translations
active	actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig	actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; nijver; werkend; werkzaam
dynamic	actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
energetic	actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig	daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vief; vol energie; vol fut; voortvarend
lively	actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig	blij; blijmoedig; daadkrachtig; dartel; dynamisch; energiek; geanimeerd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; spiritueus; tierig; vief; vol fut; vrolijk

Related Words for "beweeglijk":

beweeglijkheid, beweeglijker, beweeglijkere, beweeglijkst, beweeglijkste, beweeglijke

Wiktionary Translations for beweeglijk:

beweeglijk

adjective

capable of being moved
- mobile → mobiel; beweeglijk
having the faculty of quick motion in the limbs
- agile → behendig; beweeglijk; lenig

Cross Translation:

From	To	Via
• beweeglijk	→ lively; effervescent; exuberant	↔ quirlig — von lebhafter, unruhiger Aktivität bestimmt
• beweeglijk	→ mobile	↔ mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

External Machine Translations:

Related Translations for beweeglijkheid

mate van beweeglijkheid van het lichaam