Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bewoner van huurwoning:


Dutch

Detailed Translations for bewoner van huurwoning from Dutch to English

bewoner van huurwoning:

bewoner van huurwoning [znw.] nomen

  1. bewoner van huurwoning (huurder)
    the tenant; the renter
    – someone who pays rent to use land or a building or a car that is owned by someone else 1
    • tenant [the ~] nomen
      • the landlord can evict a tenant who doesn't pay the rent1
    • renter [the ~] nomen

Translation Matrix for bewoner van huurwoning:

NounRelated TranslationsOther Translations
renter bewoner van huurwoning; huurder bewoner; huisbewoner; inwoner
tenant bewoner van huurwoning; huurder bewoner; huisbewoner; inwoner; tenant

Related Translations for bewoner van huurwoning