Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bindgarens:
  2. bindgaren:


Dutch

Detailed Translations for bindgarens from Dutch to English

bindgarens:

bindgarens [de ~] nomen, plural

  1. de bindgarens (bindtouwen)
    the strings; the binder twines

Translation Matrix for bindgarens:

NounRelated TranslationsOther Translations
binder twines bindgarens; bindtouwen
strings bindgarens; bindtouwen besnaring; besnaringen; bespeler van strijkinstrument; dikke koorden; draden; koorden; koordjes; lijntjes; snaren; snoeren; snoertjes; strijker; touwen; touwtjes

Related Words for "bindgarens":


bindgaren:

bindgaren [het ~] nomen

  1. het bindgaren (bindtouwen)
    the string; the twine; the packthread

Translation Matrix for bindgaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
packthread bindgaren; bindtouwen
string bindgaren; bindtouwen aaneenschakeling; draad; garen; keten; reeks; rij; rijgsnoer; serie; sliert; slingervormig ding; snaar; tekenreeks
twine bindgaren; bindtouwen
VerbRelated TranslationsOther Translations
string dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen; snoeren
twine ineenvlechten; invlechten; strengelen; vlechten; vlechten in

Related Words for "bindgaren":