Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. blind vliegen:


Dutch

Detailed Translations for blind vliegen from Dutch to English

blind vliegen:

blind vliegen [znw.] nomen

  1. blind vliegen
    the blind flying

blind vliegen verb (vlieg blind, vliegt blind, vloog blind, vlogen blind, blind gevlogen)

  1. blind vliegen
    to fly blind
    • fly blind verb (flies blind, flew blind, flying blind)

Conjugations for blind vliegen:

o.t.t.
  1. vlieg blind
  2. vliegt blind
  3. vliegt blind
  4. vliegen blind
  5. vliegen blind
  6. vliegen blind
o.v.t.
  1. vloog blind
  2. vloog blind
  3. vloog blind
  4. vlogen blind
  5. vlogen blind
  6. vlogen blind
v.t.t.
  1. ben blind gevlogen
  2. bent blind gevlogen
  3. is blind gevlogen
  4. zijn blind gevlogen
  5. zijn blind gevlogen
  6. zijn blind gevlogen
v.v.t.
  1. was blind gevlogen
  2. was blind gevlogen
  3. was blind gevlogen
  4. waren blind gevlogen
  5. waren blind gevlogen
  6. waren blind gevlogen
o.t.t.t.
  1. zal blind vliegen
  2. zult blind vliegen
  3. zal blind vliegen
  4. zullen blind vliegen
  5. zullen blind vliegen
  6. zullen blind vliegen
o.v.t.t.
  1. zou blind vliegen
  2. zou blind vliegen
  3. zou blind vliegen
  4. zouden blind vliegen
  5. zouden blind vliegen
  6. zouden blind vliegen
diversen
  1. vlieg blind!
  2. vliegt blind!
  3. blind gevlogen
  4. blind vliegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blind vliegen:

NounRelated TranslationsOther Translations
blind flying blind vliegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
fly blind blind vliegen

Related Translations for blind vliegen