Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. borgtocht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for borgtocht from Dutch to English

borgtocht:

borgtocht [de ~ (m)] nomen

  1. de borgtocht
    the bond
    • bond [the ~] nomen

Translation Matrix for borgtocht:

NounRelated TranslationsOther Translations
bond borgtocht aansluiting; akkoord; band; bankpost; binding; bond; bondgenootschap; borg; cautie; connectie; federatie; garantie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; liga; link; obligatie; obligatielening; onderpand; pact; pand; relatie; samenhang; securiteit; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; waarborg; waarborging; waarborgsom; waardepapier

Related Words for "borgtocht":

  • borgtochten

Wiktionary Translations for borgtocht:

borgtocht
noun
  1. security

Cross Translation:
FromToVia
borgtocht bail Kaution — eine vereinbarte Sicherheitsleistung