Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bouwvallen:
  2. bouwval:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bouwvallen from Dutch to English

bouwvallen:

bouwvallen [de ~] nomen, plural

  1. de bouwvallen (ruïnes)
    the ruins; the remains; the wreck

Translation Matrix for bouwvallen:

NounRelated TranslationsOther Translations
remains bouwvallen; ruïnes het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; staartje; stuk stof
ruins bouwvallen; ruïnes bouwval; ruïne
wreck bouwvallen; ruïnes ruïne; scheepswrak; vervallen gebouw; wrak
VerbRelated TranslationsOther Translations
wreck afbreken; breken; kapotmaken; moeren; mollen; neerhalen; omverhalen; ruineren; slopen; uit elkaar halen; vernielen; vernietigen; verwoesten

Related Words for "bouwvallen":


bouwval:

bouwval [de ~ (m)] nomen

  1. de bouwval (ruïne)
    the ruins; the ruin

Translation Matrix for bouwval:

NounRelated TranslationsOther Translations
ruin bouwval; ruïne debacle; ondergang; ruïne; teloorgang; tenondergang; val; vervallen gebouw
ruins bouwval; ruïne bouwvallen; ruïnes
VerbRelated TranslationsOther Translations
ruin afbreken; bederven; iets vergallen; in de war sturen; nekken; ruineren; ruïneren; slopen; te gronde richten; verknoeien; vernielen; vernietigen; verwoesten; verzieken

Related Words for "bouwval":


Wiktionary Translations for bouwval:


Cross Translation:
FromToVia
bouwval ruin; wreck; ruination ruinedépérissement, destruction d’un bâtiment.