Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. broeder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for broederen from Dutch to English

broeder:

broeder [de ~ (m)] nomen

  1. de broeder (broer)
    the brother; the friar
  2. de broeder (kloosterling; monnik; frater)
    the monk; the lay brother
  3. de broeder (lekenbroeder)
    the lay brother
  4. de broeder (verpleger; hulp; ziekenoppasser; diaken; ziekenbroeder)
    the deacon; the male nurse; the attendant; the aide; the orderly
  5. de broeder (geestelijke; bedienaar van de godsdienst)
    the clergyman; the priest; the pastor; the minister

Translation Matrix for broeder:

NounRelated TranslationsOther Translations
aide broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser oppasser
attendant broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser bewaker; deurwachter; dierverzorger; oppasser; ordebewaarder; portier; suppoost; verzorger; verzorgster; wacht
brother broeder; broer
clergyman bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke pastor; predikant
deacon broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser kerkvoogd
friar broeder; broer broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
lay brother broeder; frater; kloosterling; lekenbroeder; monnik broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
male nurse broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser ziekenbroeder
minister bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke dominee; minister; pastor; predikant; prediker; voorganger
monk broeder; frater; kloosterling; monnik
orderly broeder; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser dierverzorger; militaire rapporteur; ordonnans; verzorger
pastor bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke geestelijk herder; herder; hoeder; pastoor; pastor; predikant; zielzorger
priest bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke ambt van pastoor; geestelijke; pater; priester
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
attendant begeleidend
orderly geordend; gerangschikt; goed geordend; opgeruimd; ordelijk; ordelijk gemaakt; welgeordend

Related Words for "broeder":

  • broederen, broeders, broedertje, broedertjes

Wiktionary Translations for broeder:

broeder
noun
  1. peer
  2. male having parents in common
  3. male fellow member of a religious community
  4. male sibling

Cross Translation:
FromToVia
broeder monk Bruderrömisch-katholische Kirche: Mönch ohne Priesterweihe
broeder nurse infirmier — Celui qui soigner et sert les malades dans une infirmerie, dans un hôpital, dans une ambulance.

External Machine Translations: