Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. broedtijd:


Dutch

Detailed Translations for broedtijd from Dutch to English

broedtijd:

broedtijd [de ~ (m)] nomen

  1. de broedtijd
    the breeding season

Translation Matrix for broedtijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
breeding season broedtijd

Related Words for "broedtijd":

  • broedtijden