Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. buitenstaanders:
  2. buitenstaander:


Dutch

Detailed Translations for buitenstaanders from Dutch to English

buitenstaanders:

buitenstaanders [de ~] nomen, plural

  1. de buitenstaanders (outsiders)
    the outsiders

Translation Matrix for buitenstaanders:

NounRelated TranslationsOther Translations
outsiders buitenstaanders; outsiders niet favorieten; outsiders

Related Words for "buitenstaanders":


buitenstaanders form of buitenstaander:

buitenstaander [de ~ (m)] nomen

  1. de buitenstaander (outsider)
    the outsider

Translation Matrix for buitenstaander:

NounRelated TranslationsOther Translations
outsider buitenstaander; outsider allochtoon; buitenlander; niet favoriet zijn; onbekende; outsider; vreemde; vreemdeling

Related Words for "buitenstaander":