Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. canaille:


Dutch

Detailed Translations for canaille from Dutch to English

canaille:

canaille [het ~] nomen

  1. het canaille
    the scum; the rabble; the ragtag; the riffraff

Translation Matrix for canaille:

NounRelated TranslationsOther Translations
rabble canaille gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; grauw; plebs; rapaille; schorriemorrie; tuig; uitschot
ragtag canaille gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; grauw; plebs; rapaille; schorriemorrie; tuig; uitschot
riffraff canaille gajes; gepeupel; grauw; janhagel; plebs; rapaille
scum canaille gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; geteisem; grauw; plebs; rapaille; schorriemorrie; tuig; uitschot; uitvaagsel

Related Words for "canaille":

  • canailles