Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate concours
Translate
concours
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
concours:
competition
;
contest
;
match
;
game
;
play
;
set
Wiktionary:
concours →
competition
,
contest
Dutch
Detailed Translations for
concours
from Dutch to English
concours:
concours
[
de ~ (m)
]
nomen
de concours
(
wedstrijd
;
partij
;
strijd
;
pot
)
the
competition
– an occasion on which a winner is selected from among two or more contestants
1
competition
[
the ~
]
nomen
the
contest
;
the
game
;
the
play
;
the
set
contest
[
the ~
]
nomen
game
[
the ~
]
nomen
play
[
the ~
]
nomen
set
[
the ~
]
nomen
the
match
– a formal contest in which two or more persons or teams compete
1
match
[
the ~
]
nomen
Translation Matrix for concours:
Noun
Related Translations
Other Translations
competition
concours
;
partij
;
pot
;
strijd
;
wedstrijd
competitie
;
concurrentie
;
kampioenschap
;
rivaliteit
;
wedijver
contest
concours
;
partij
;
pot
;
strijd
;
wedstrijd
aanvechten
;
bestrijden
;
bestrijding
;
betwisten
;
prijsvraag
game
concours
;
partij
;
pot
;
strijd
;
wedstrijd
beurt
;
game
;
partijtje
;
potje
;
rondje
;
spel
;
spelletje
;
wedstrijdje
match
concours
;
partij
;
pot
;
strijd
;
wedstrijd
gelijke
;
lucifer
;
luciferhoutje
;
match
;
weerga
play
concours
;
partij
;
pot
;
strijd
;
wedstrijd
capriool
;
drama
;
gespeel
;
kinderspel
;
marge
;
partijtje
;
potje
;
schouwspel
;
speelruimte
;
spel
;
speling
;
stuk
;
toneelstuk
;
wedstrijdje
set
concours
;
partij
;
pot
;
strijd
;
wedstrijd
accumulatie
;
bende
;
benoemde set
;
bepaalde hoeveelheid
;
groep
;
groep van twee of meer
;
hoop
;
kliek
;
koppel
;
manche
;
onderonsje
;
partij
;
samenscholing
;
set
;
span
;
stel
;
troep
Verb
Related Translations
Other Translations
contest
aanvechten
;
bekampen
;
bestrijden
;
betwisten
;
bevechten
match
bijpassen
;
congruent zijn
;
evenaren
;
kloppen
;
kloppen met
;
overeenkomen
;
overeenkomen met
;
overeenstemmen
;
overeenstemmen met
;
passen
;
stroken
;
stroken met
play
afspelen
;
bespelen
;
doen alsof
;
dollen
;
ravotten
;
spelen
;
stoeien
;
toneelspelen
;
wild rennen
;
wild spelen
;
zich aanstellen
;
zich uitleven
set
deponeren
;
gelijkzetten
;
initiëren
;
inklinken
;
leggen
;
neerleggen
;
neerzetten
;
onder water gaan
;
ondergaan
;
op gang brengen
;
plaatsen
;
situeren
;
stationeren
;
stijf worden
;
stremmen
;
synchroniseren
;
zetten
;
zich afspelen
;
zinken
Adjective
Related Translations
Other Translations
set
star
;
strak
;
strakgespannen
;
verstard
Other
Related Translations
Other Translations
game
flink
Related Words for "concours":
concoursen
Wiktionary Translations for
concours
:
Cross Translation:
From
To
Via
•
concours
→
competition
;
contest
↔
concours
—
action
de
tendre
vers
un
même
but, de
coopérer
.
1
WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University
Remove Ads
Remove Ads