Summary
Dutch to English: more detail...
- degelijke:
-
degelijk:
- thorough; profound; in depth; penetrating; deep; consummate; perfect; reliable; solid; substantial; durable; sound; reasonable; legitimate; convincing; valid; firm; stable; stout
-
Wiktionary:
- degelijk → steady, firm, reliable, proper, responsible, robust, sound
- degelijk → roundly
- degelijk → solid, thorough, tough, robust, well founded, respectable, reliable, dependable, honest, faithful, loyal, upright, staunch, true, trusty, straightforward, above-board, forthright, honourable, firm, substantial, stout, sterling
Dutch
Detailed Translations for degelijke from Dutch to English
degelijke:
Translation Matrix for degelijke:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sound | geluid; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; rumoer; timbre; toon; zeestraat; zeeëngte | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
sound | beieren; bellen; doorklinken; echoën; galmen; iemand opbellen; klank voortbrengen; klinken; klokluiden; luiden; met sonde onderzoeken; opbellen; resoneren; schallen; sonderen; telefoontje plegen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
solid | degelijke | aannemelijk; betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; gedegen; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; robuust; solide; steekhoudend; sterk; stevig; stevig gebouwd; van goede hoedanigheid |
sound | degelijke | aannemelijk; betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; doortimmerd; gedegen; gefundeerd; gegrond; kredietwaardig; logisch; op goede gronden steunend; solide; solvabel; solvent; steekhoudend; van goede hoedanigheid |
Related Words for "degelijke":
degelijke form of degelijk:
-
degelijk (niet oppervlakkig; diepgaand; grondig; totaal; volkomen; diepgravend; helemaal)
thorough; profound; in depth; penetrating; deep; consummate; perfect-
thorough adj
-
profound adj
-
in depth adj
-
penetrating adj
-
deep adj
-
consummate adj
-
perfect adj
-
-
degelijk (deugdelijk; betrouwbaar)
reliable; solid; substantial; durable; sound-
reliable adj
-
solid adj
-
substantial adj
-
durable adj
-
sound adj
-
-
degelijk (op goede gronden steunend; gegrond; gefundeerd; solide; aannemelijk; steekhoudend; logisch)
reasonable; legitimate; convincing; valid; solid; sound-
reasonable adj
-
legitimate adj
-
convincing adj
-
valid adj
-
solid adj
-
sound adj
-
-
degelijk (solide; stevig)
-
degelijk (van goede hoedanigheid; deugdelijk; gedegen)
Translation Matrix for degelijk:
Related Words for "degelijk":
Synonyms for "degelijk":
Antonyms for "degelijk":
Related Definitions for "degelijk":
Wiktionary Translations for degelijk:
degelijk
Cross Translation:
adjective
degelijk
adjective
-
entitled to its name, true
-
able to be trusted
-
evincing strength
-
complete, solid, or secure
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• degelijk | → solid | ↔ gediegen — sorgfältig bearbeitet, haltbar |
• degelijk | → thorough | ↔ gründlich — durch und durch, eingehend; bis auf den Grund |
• degelijk | → tough; robust | ↔ robust — unanfällig gegen Störung |
• degelijk | → tough; robust | ↔ robust — hartem Umgang/Einsatz standhalten; qualitativ hochwertig |
• degelijk | → robust | ↔ solide — so, dass es dauerhaft Beanspruchungen standhält; widerstandsfähig |
• degelijk | → well founded | ↔ solide — stark und gesichert gegen Gefährdungen |
• degelijk | → well founded | ↔ solide — durch gute (wissenschaftliche) Bildung und Sachkenntnis gesichert |
• degelijk | → robust; well founded | ↔ solide — durch materielle Mittel und Maßnahmen gesichert |
• degelijk | → well founded | ↔ solide — (umgangssprachlich): wie es sich gehört, wie es sein sollte |
• degelijk | → respectable | ↔ solide — moralisch und sittlich einwandfrei |
• degelijk | → reliable; dependable | ↔ verlässlich — so, dass man sich darauf verlassen kann |
• degelijk | → reliable | ↔ zuverlässig — etwas oder jemand ist so geartet, dass man darauf oder ihm vertrauen kann |
• degelijk | → honest; faithful; loyal; upright; staunch; true; trusty; straightforward; above-board; forthright; honourable | ↔ honnête — Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur. |
• degelijk | → solid; firm; substantial; stout; sterling | ↔ solide — physique|fr Qui a de la consistance. |