Dutch
Detailed Translations for delf from Dutch to English
delven:
-
delven (graven)
Conjugations for delven:
o.t.t.
- delf
- delft
- delft
- delven
- delven
- delven
o.v.t.
- delfde
- delfde
- delfde
- delfden
- delfden
- delfden
v.t.t.
- heb gedelft
- hebt gedelft
- heeft gedelft
- hebben gedelft
- hebben gedelft
- hebben gedelft
v.v.t.
- had gedelft
- had gedelft
- had gedelft
- hadden gedelft
- hadden gedelft
- hadden gedelft
o.t.t.t.
- zal delven
- zult delven
- zal delven
- zullen delven
- zullen delven
- zullen delven
o.v.t.t.
- zou delven
- zou delven
- zou delven
- zouden delven
- zouden delven
- zouden delven
en verder
- is gedelft
- zijn gedelft
diversen
- delf!
- delft!
- gedelft
- delvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for delven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
dig | delven; graven | een por geven; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; porren; spitten; stoten |
Related Definitions for "delven":
External Machine Translations: