Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate diploma

Translate diploma from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

diploma:
- diploma; certificate; certificate of qualification; license; brevet; declaration; charter; licence
Wiktionary:
- diploma → diploma, certificate
- diploma → diploma, certificate, degree

Dutch

Detailed Translations for diploma from Dutch to English

diploma:

diploma [het ~] nomen

het diploma (oorkonde; certificaat; charter)
the diploma; the certificate; the certificate of qualification; the license; the brevet; the declaration; the charter; the licence
- diploma [the ~] nomen
- certificate [the ~] nomen
- certificate of qualification [the ~] nomen
- license [the ~] nomen, amerikan
- brevet [the ~] nomen
- declaration [the ~] nomen
- charter [the ~] nomen
- licence [the ~] nomen, engelsk
het diploma
the certificate
- certificate [the ~] nomen
het diploma
the diploma
- diploma [the ~] nomen

Translation Matrix for diploma:

Noun	Related Translations	Other Translations
brevet	certificaat; charter; diploma; oorkonde	brevet; licentie
certificate	certificaat; charter; diploma; oorkonde	acte; akte; attest; beveiligingscertificaat; bewijs; bewijsstuk; brevet; briefje; bul; certificaat; digitaal certificaat; getuigschrift; licentie; referentie; universiteitsdiploma
certificate of qualification	certificaat; charter; diploma; oorkonde	bul; universiteitsdiploma
charter	certificaat; charter; diploma; oorkonde	aanwijzing; acte; akte; bewijsstuk; gildebrief; handvest; richtlijn; statuut
declaration	certificaat; charter; diploma; oorkonde	aangeven; aangifte; aangifteformulier; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; declaratie; definiëring; kennisgeving; mededeling; melding; meningsuiting; omissie; omschrijving; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uitlating; verklaring; verkondiging; weglating
diploma	certificaat; charter; diploma; oorkonde	bul; universiteitsdiploma
licence	certificaat; charter; diploma; oorkonde	autorisatie; brevet; fiat; licentie; machtiging; rijbewijs; toestemming; vergunning; vergunningsrecht; volmacht; vrijbrief; vrijgeleide
license	certificaat; charter; diploma; oorkonde	autorisatie; brevet; fiat; licentie; machtiging; rijbewijs; toestemming; vergunning; vergunningsrecht; volmacht; vrijbrief; vrijgeleide
Verb	Related Translations	Other Translations
charter		afhuren; charteren; huren

Related Words for "diploma":

diplomaatje, diplomaatjes

Wiktionary Translations for diploma:

diploma

noun

een bewijs van bevoegdheid
- diploma → diploma; certificate

diploma

noun

certificate
- diploma → diploma

Cross Translation:

From	To	Via
• diploma	→ diploma; certificate; degree	↔ diplôme — charte, titre, acte émaner de princes ou de seigneurs, et relatif à des privilèges, à des fondations, etc.