Dutch
Detailed Translations for doof from Dutch to English
doof:
Translation Matrix for doof:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
deaf | doof |
Related Words for "doof":
Related Definitions for "doof":
Wiktionary Translations for doof:
doof
Cross Translation:
adjective
doof
-
niet of minder goed tot horen in staat zijn
- doof → deaf
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• doof | → deaf | ↔ taub — absolut gehörlos, nicht hörend |
• doof | → Deaf | ↔ taub — eine Identität als taube Person habend, der Taubseinskultur zugehörig |
• doof | → deaf | ↔ sourd — Qui est privé du sens de l’ouïe |
doven:
-
doven (smoren; uitblussen; uitdoven)
Conjugations for doven:
o.t.t.
- doof
- dooft
- dooft
- doven
- doven
- doven
o.v.t.
- doofde
- doofde
- doofde
- doofden
- doofden
- doofden
v.t.t.
- heb gedoofd
- hebt gedoofd
- heeft gedoofd
- hebben gedoofd
- hebben gedoofd
- hebben gedoofd
v.v.t.
- had gedoofd
- had gedoofd
- had gedoofd
- hadden gedoofd
- hadden gedoofd
- hadden gedoofd
o.t.t.t.
- zal doven
- zult doven
- zal doven
- zullen doven
- zullen doven
- zullen doven
o.v.t.t.
- zou doven
- zou doven
- zou doven
- zouden doven
- zouden doven
- zouden doven
en verder
- is gedoofd
- zijn gedoofd
diversen
- doof!
- dooft!
- gedoofd
- dovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
extinguish | blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven | afsterven; afzetten; ophouden; sterven; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitsterven; uitzetten |
put out | blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoven | aanbesteden; afdoen; afhandelen; afzetten; beslechten; ontstemmen; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; twist uit de weg ruimen; uitbesteden; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
put out | gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig |