Dutch
Detailed Translations for doortasten from Dutch to English
doortasten:
-
doortasten
Conjugations for doortasten:
o.t.t.
- doortast
- doortast
- doortast
- doortasten
- doortasten
- doortasten
o.v.t.
- doortastte
- doortastte
- doortastte
- doortastten
- doortastten
- doortastten
v.t.t.
- heb doortast
- hebt doortast
- heeft doortast
- hebben doortast
- hebben doortast
- hebben doortast
v.v.t.
- had doortast
- had doortast
- had doortast
- hadden doortast
- hadden doortast
- hadden doortast
o.t.t.t.
- zal doortasten
- zult doortasten
- zal doortasten
- zullen doortasten
- zullen doortasten
- zullen doortasten
o.v.t.t.
- zou doortasten
- zou doortasten
- zou doortasten
- zouden doortasten
- zouden doortasten
- zouden doortasten
en verder
- ben doortast
- bent doortast
- is doortast
- zijn doortast
- zijn doortast
- zijn doortast
diversen
- doortast!
- doortast!
- doortast
- doortastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doortasten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
act vigourously | doortasten | |
take a hard line | doortasten |
External Machine Translations: