Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. duel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for duel from Dutch to English

duel:

duel [het ~] nomen

  1. het duel (tweegevecht; tweekamp; kamp)
    the duel; the man-to-man fight; the tandem; the single combat; the twosome; the affaire d'honneur

Translation Matrix for duel:

NounRelated TranslationsOther Translations
affaire d'honneur duel; kamp; tweegevecht; tweekamp
duel duel; kamp; tweegevecht; tweekamp steekspel; toernooi
man-to-man fight duel; kamp; tweegevecht; tweekamp
single combat duel; kamp; tweegevecht; tweekamp besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling
tandem duel; kamp; tweegevecht; tweekamp koppel; paar; tandem; twee stuks; tweetal
twosome duel; kamp; tweegevecht; tweekamp koppel; paar; twee stuks; tweetal

Related Words for "duel":

  • duellen, duels

Wiktionary Translations for duel:

duel
noun
  1. een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels
duel
noun
  1. struggle between two parties
  2. combat between two persons

Cross Translation:
FromToVia
duel duel Duell — ein meist nach zuvor festgelegten Regeln ausgetragener Zweikampf mit Waffen