Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ellips:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ellips from Dutch to English

ellips:

ellips [de ~] nomen

  1. de ellips (uitlating)
    the ellipse; the comment; the remark

Translation Matrix for ellips:

NounRelated TranslationsOther Translations
comment ellips; uitlating aanmerking; bemerking; commentaar; kritiek; meningsuiting; opmerking; uitlating
ellipse ellips; uitlating
remark ellips; uitlating aanmerking; bemerking; commentaar; kritiek; meningsuiting; opmerking; uitlating
VerbRelated TranslationsOther Translations
comment becommentariëren; bediscussiëren; bepraten; bespreken; commentaar geven; commentariëren; doorpraten; doorspreken; praten over; van commentaar voorzien

Related Words for "ellips":

  • ellipsen

Synonyms for "ellips":


Related Definitions for "ellips":

  1. cirkel die aan twee kanten is afgeplat1
    • een ei heeft de vorm van een ellips1

Wiktionary Translations for ellips:

ellips
noun
  1. twee-dimensionale figuur die wordt gevormd door alle punten waarvoor de som van de afstanden tot twee gekozen punten, een vaste waarde heeft
  2. een stijlfiguur waarbij een lopende zin wordt afgebroken, die echter door de toehoorder (lezer) gemakkelijk kan worden afgemaakt
ellips
noun
  1. omission of grammatically required words that can be implied
  2. mark used in printing to indicate an omission
  3. curve

Cross Translation:
FromToVia
ellips ellipse ellipse — géométrie|fr courbe plane fermée, de forme de cercle allongé, dont chacun des points est tel que la somme des distances à deux points fixes, dits foyers, est constante.