Dutch
Detailed Translations for ent from Dutch to English
ent:
Translation Matrix for ent:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bough | boomtak; ent; tak | |
bough of a tree | boomtak; ent; tak | |
branch | boomtak; ent; tak | afdeling; agentschap; bedrijfstak; beroepsgroep; bijkantoor; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; economische sector; filiaal; hulpkantoor; loot; sectie; tak; takje; twijg; vakgroep; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak |
branch of a tree | boomtak; ent; tak | |
sprig | boomtak; ent; tak | deelsoort; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; tak; takje; twijg |
Verb | Related Translations | Other Translations |
branch | aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking |
Related Words for "ent":
enten:
Conjugations for enten:
o.t.t.
- ent
- ent
- ent
- enten
- enten
- enten
o.v.t.
- entte
- entte
- entte
- entten
- entten
- entten
v.t.t.
- heb geënt
- hebt geënt
- heeft geënt
- hebben geënt
- hebben geënt
- hebben geënt
v.v.t.
- had geënt
- had geënt
- had geënt
- hadden geënt
- hadden geënt
- hadden geënt
o.t.t.t.
- zal enten
- zult enten
- zal enten
- zullen enten
- zullen enten
- zullen enten
o.v.t.t.
- zou enten
- zou enten
- zou enten
- zouden enten
- zouden enten
- zouden enten
diversen
- ent!
- ent!
- geënt
- entend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for enten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
graft | enten |