Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. etalages:
  2. etalage:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for etalages from Dutch to English

etalages:

etalages [de ~] nomen, plural

  1. de etalages (uitstalramen)
    the shop-windows; the display windows

Translation Matrix for etalages:

NounRelated TranslationsOther Translations
display windows etalages; uitstalramen
shop-windows etalages; uitstalramen

Related Words for "etalages":


etalages form of etalage:

etalage [de ~ (v)] nomen

  1. de etalage (uitstalkast; uitstalraam; etalageruit)
    the display window; the show window; the show case; the display case

Translation Matrix for etalage:

NounRelated TranslationsOther Translations
display case etalage; etalageruit; uitstalkast; uitstalraam glazenkast; toonkast; uitstalkast; vitrine
display window etalage; etalageruit; uitstalkast; uitstalraam glazenkast; toonkast; uitstalkast; vitrine; winkelruit
show case etalage; etalageruit; uitstalkast; uitstalraam glazenkast; toonkast; uitstalkast; vitrine
show window etalage; etalageruit; uitstalkast; uitstalraam winkelruit

Related Words for "etalage":


Wiktionary Translations for etalage:

etalage
noun
  1. bouwkunde|nld een met glazen ramen uitgevoerde ruimte aan de straatkant van een winkel waarin koopwaren uitgestald worden
etalage
noun
  1. large window at the front of a shop

Cross Translation:
FromToVia
etalage display; showcase; show étalageexposition de marchandises qu’on vouloir vendre, ou ces marchandises elles-mêmes.