Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. fenomeen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for fenomeen from Dutch to English

fenomeen:

fenomeen [het ~] nomen

  1. het fenomeen (verschijnsel)
    the phenomenon; the symptom; the sign

Translation Matrix for fenomeen:

NounRelated TranslationsOther Translations
phenomenon fenomeen; verschijnsel
sign fenomeen; verschijnsel aanwijzing; bordje; indicatie; prikbord; sein; signaal; sterrenbeeld; symptoom; teken; uithangbord; wenk
symptom fenomeen; verschijnsel aanwijzing; indicatie; symptoom; teken; ziektesymptoom
VerbRelated TranslationsOther Translations
sign ondertekenen; signeren; tekenen

Related Words for "fenomeen":

  • fenomenen, fenomeentje, fenomeentjes

Wiktionary Translations for fenomeen:

fenomeen
noun
  1. een verschijnsel
fenomeen
noun
  1. observable fact or occurrence
  2. unusual, curious, or astonishing fact or event

Cross Translation:
FromToVia
fenomeen phenomenon phénomèneélément matériel d’un fait empirique, d’une expérience observable, d’un évènement remarquable qui peut être l'objet d'expérience.