Dutch

Detailed Translations for forsheid from Dutch to English

forsheid:

forsheid [znw.] nomen

  1. forsheid (stevigheid; flinkheid; fermheid)
    the strength; the sturdiness; the robustness; the vigour; the courage; the vigor

Translation Matrix for forsheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
courage fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; koenheid; kracht; kranigheid; moed; onversaagdheid; sterkte
robustness fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid
strength fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid aandrift; daadkracht; dynamiek; energie; esprit; felheid; fiksheid; fut; geweld; kracht; macht; momentum; puf; spierkracht; sterke kant; sterke zijde; sterkte; vastberadenheid; vermogen; werklust
sturdiness fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; gedrongenheid; koenheid; moed; onversaagdheid
vigor fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; sterkte; voortvarendheid
vigour fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid dapperheid; dynamiek; energie; felheid; fiksheid; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; sterkte; voortvarendheid

Related Words for "forsheid":


Wiktionary Translations for forsheid:


Cross Translation:
FromToVia
forsheid activity; gusto; spirit; stir; zest; dynamism; liveliness; vigour; solidity; stamina; strength; toughness vigueur — Force ; plénitude ; énergie ; fougue.

forsheid form of fors:


Translation Matrix for fors:

NounRelated TranslationsOther Translations
notable notabel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
burly fors; stevig massief; niet hol
considerable aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; belangrijke; danig; duchtig; noemenswaardige; royaal; substantieel; vorstelijk
conspicuous aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
enormous aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors enorm; enorme; geweldig; gigantisch; groots; grootschalig; heel erg; heel groot; immens; imponerend; imposant; in zeer hoge mate; indrukwekkend; kolossaal; onmetelijk; ontzagwekkend; ontzettend groot; reusachtig; reuze; zeer groot
great aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors betoverend; briljant; dolletjes; enig; excellent; fantastisch; fenomenaal; figuurlijk; geschikt; geweldig; groot; groots; grootschalig; grote; hooggespannen; kiplekker; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prima; puik; reuze; schitterend; subliem; superbe; tof; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
heavyset fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
hefty flink; fors; potig; stevig grof; grofgebouwd; lomp; ruw
massive fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd heftig; hevig; intens; lastig; massaal; massale; massief; moeilijk; niet hol; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
notable aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors frappant; in het oog lopend; in het oog springend; noemenswaardig; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend; vermeldenswaard; vermeldenswaardig
remarkable aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
respectable aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; beduidend; behoorlijk; beschaafd; decent; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwaardig; eerbiedwekkend; eerzaam; fatsoenlijk; indrukwekkend; keurig; kies; manierlijk; netjes; respectabel; substantieel; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk; zedig
robust fors; stevig behoorlijk; danig; doortastend; drastisch; duchtig; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; massief; niet hol; sterk; stevig
stout flink; fors; potig; stevig corpulent; degelijk; dik; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; gezet; krachtdadig; krachtig; lijvig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vetlijvig; zwaarlijvig
striking aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors frappant; gedenkwaardig; heugelijk; in het oog lopend; in het oog springend; memorabel; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
sturdy flink; fors; potig; stevig ferm; fiks; flink; forse; massief; niet hol; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
substantial aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; belangrijke; betrouwbaar; danig; degelijk; deugdelijk; duchtig; noemenswaardige; solide; stevig; substantieel; welgedaan
tall aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors groot; groots; grootschalig; grote; lang; lang van postuur; reuze; rijzig
vast aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors enorm; gigantisch; grenzeloos; groot; groots; grootschalig; grote; heel groot; immens; kolossaal; onmetelijk; ontzaglijk; reusachtig; reuze; zeer groot; zeer uitgestrekte
- flink; stevig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
big aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; enorm; flink; fors; uit de kluiten gewassen breed; breedgeschouderd; groot; groots; grootschalig; grote; omvangrijke; reuze
heavily built fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd massief; niet hol
large aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors groot; grote; omvangrijke; uitgestrekte
powerfully built flink; fors; potig; stevig

Related Words for "fors":


Synonyms for "fors":


Antonyms for "fors":


Related Definitions for "fors":

  1. nogal groot1
    • deze taart is fors uitgevallen1

Wiktionary Translations for fors:

fors
adjective
  1. groot in zijn soort
fors
adjective
  1. strong, bulky
  2. heavy

Cross Translation:
FromToVia
fors robust; sturdy; burly; resistant; rugged; solid; strong; tough; firm; able-bodied robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.