Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geblust:
  2. blussen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geblust from Dutch to English

geblust:

geblust adj

  1. geblust (uitgeblust)

Translation Matrix for geblust:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
extinguished geblust; uitgeblust

blussen:

blussen [znw.] nomen

  1. blussen
    the extinguishing

blussen verb (blus, blust, bluste, blusten, geblust)

  1. blussen (uitblussen; doven; uitdoven)
    to extinguish; to put out
    • extinguish verb (extinguishes, extinguished, extinguishing)
    • put out verb (puts out, put out, putting out)

Conjugations for blussen:

o.t.t.
  1. blus
  2. blust
  3. blust
  4. blussen
  5. blussen
  6. blussen
o.v.t.
  1. bluste
  2. bluste
  3. bluste
  4. blusten
  5. blusten
  6. blusten
v.t.t.
  1. heb geblust
  2. hebt geblust
  3. heeft geblust
  4. hebben geblust
  5. hebben geblust
  6. hebben geblust
v.v.t.
  1. had geblust
  2. had geblust
  3. had geblust
  4. hadden geblust
  5. hadden geblust
  6. hadden geblust
o.t.t.t.
  1. zal blussen
  2. zult blussen
  3. zal blussen
  4. zullen blussen
  5. zullen blussen
  6. zullen blussen
o.v.t.t.
  1. zou blussen
  2. zou blussen
  3. zou blussen
  4. zouden blussen
  5. zouden blussen
  6. zouden blussen
en verder
  1. ben geblust
  2. bent geblust
  3. is geblust
  4. zijn geblust
  5. zijn geblust
  6. zijn geblust
diversen
  1. blus!
  2. blust!
  3. geblust
  4. blussend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blussen:

NounRelated TranslationsOther Translations
extinguishing blussen
VerbRelated TranslationsOther Translations
extinguish blussen; doven; uitblussen; uitdoven afsterven; afzetten; doven; ophouden; smoren; sterven; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitmaken; uitschakelen; uitsterven; uitzetten
put out blussen; doven; uitblussen; uitdoven aanbesteden; afdoen; afhandelen; afzetten; beslechten; doven; ontstemmen; smoren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; twist uit de weg ruimen; uitbesteden; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
put out gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig

Antonyms for "blussen":


Related Definitions for "blussen":

  1. doven. zorgen dat het uitgaat1
    • de brandweer heeft het vuur gedoofd1

Wiktionary Translations for blussen:

blussen
verb
  1. het doven van een brand
blussen
verb
  1. to put out, as in fire; to end burning; to quench
  2. extinguish
  3. extinguish a flame

Cross Translation:
FromToVia
blussen quench löschen — eine Flüssigkeit zu etwas hinzugeben
blussen quench éteindrecesser l’ignition d’une chose.

External Machine Translations: