Summary
Dutch
Detailed Translations for gekarteld from Dutch to English
gekarteld:
Translation Matrix for gekarteld:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
crenated | gekarteld; getand | |
serrated | gekarteld; getand | kartelig |
toothed | gekarteld; getand | getand; kartelig; tanden hebbend; zaagvormig |
gekarteld form of kartelen:
-
kartelen (kartels krijgen)
Conjugations for kartelen:
o.t.t.
- kartel
- kartelt
- kartelt
- kartelen
- kartelen
- kartelen
o.v.t.
- kartelde
- kartelde
- kartelde
- kartelden
- kartelden
- kartelden
v.t.t.
- heb gekarteld
- hebt gekarteld
- heeft gekarteld
- hebben gekarteld
- hebben gekarteld
- hebben gekarteld
v.v.t.
- had gekarteld
- had gekarteld
- had gekarteld
- hadden gekarteld
- hadden gekarteld
- hadden gekarteld
o.t.t.t.
- zal kartelen
- zult kartelen
- zal kartelen
- zullen kartelen
- zullen kartelen
- zullen kartelen
o.v.t.t.
- zou kartelen
- zou kartelen
- zou kartelen
- zouden kartelen
- zouden kartelen
- zouden kartelen
en verder
- is gekarteld
- zijn gekarteld
diversen
- kartel!
- kartelt!
- gekarteld
- kartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kartelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
notch | gleuf; inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede; kier; opening; sleuf; soort vink | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
notch | kartelen; kartels krijgen | creneleren; een inkeping maken; in hout schrijven; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven |