Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lijken:
  2. gelijken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geleken from Dutch to English

geleken form of lijken:

lijken verb (lijk, lijkt, leek, leken, geleken)

  1. lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
    to seem; to appear; to look like; to look
    • seem verb (seems, seemed, seeming)
    • appear verb (appears, appeared, appearing)
    • look like verb (looks like, looked like, looking like)
    • look verb (looks, looked, looking)

Conjugations for lijken:

o.t.t.
  1. lijk
  2. lijkt
  3. lijkt
  4. lijken
  5. lijken
  6. lijken
o.v.t.
  1. leek
  2. leek
  3. leek
  4. leken
  5. leken
  6. leken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal lijken
  2. zult lijken
  3. zal lijken
  4. zullen lijken
  5. zullen lijken
  6. zullen lijken
o.v.t.t.
  1. zou lijken
  2. zou lijken
  3. zou lijken
  4. zouden lijken
  5. zouden lijken
  6. zouden lijken
diversen
  1. lijk!
  2. lijkt!
  3. geleken
  4. lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijken [de ~] nomen, plural

  1. de lijken
    the corpses; the dead bodies; the bodies

Translation Matrix for lijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
bodies lijken
corpses lijken
dead bodies lijken
look aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; blikken; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; kijkje; oogopslagen; type; uitdrukking; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
VerbRelated TranslationsOther Translations
appear eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen er uitzien; ogen; opdoemen; tevoorschijn komen; verrijzen
look eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen blikken; blikken werpen; er uitzien; kijken; ogen; schouwen; toeschouwen
look like eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; er uitzien; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; ogen; schijnen
seem eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; schijnen
- schijnen

Related Words for "lijken":


Synonyms for "lijken":


Antonyms for "lijken":


Related Definitions for "lijken":

  1. er overeenkomst mee vertonen1
    • Jaap lijkt sprekend op zijn vader1
  2. het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn1
    • hij lijkt wel gek1

Wiktionary Translations for lijken:

lijken
verb
  1. to appear, to seem
  2. To seem; to have a certain semblance; to look
  3. to be like or similar to something else
  4. to appear

Cross Translation:
FromToVia
lijken act; perform paraîtreexposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.
lijken resemble ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).
lijken appear; seem; look; act; look like sembler — avoir l’air, l’apparence

geleken form of gelijken:

gelijken [de ~] nomen, plural

  1. de gelijken
    the equals

gelijken verb (gelijk, gelijkt, geleek, geleken, geleken)

  1. gelijken (lijken op; gelijkenis vertonen met)
    to resemble; to bear resemblance to; to look like; to seem; to be like
    • resemble verb (resembles, resembled, resembling)
    • bear resemblance to verb (bears resemblance to, bearing resemblance to)
    • look like verb (looks like, looked like, looking like)
    • seem verb (seems, seemed, seeming)
    • be like verb (is like, being like)

Conjugations for gelijken:

o.t.t.
  1. gelijk
  2. gelijkt
  3. gelijkt
  4. gelijken
  5. gelijken
  6. gelijken
o.v.t.
  1. geleek
  2. geleek
  3. geleek
  4. geleken
  5. geleken
  6. geleken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal gelijken
  2. zult gelijken
  3. zal gelijken
  4. zullen gelijken
  5. zullen gelijken
  6. zullen gelijken
o.v.t.t.
  1. zou gelijken
  2. zou gelijken
  3. zou gelijken
  4. zouden gelijken
  5. zouden gelijken
  6. zouden gelijken
diversen
  1. gelijk!
  2. gelijkt!
  3. geleken
  4. gelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
equals gelijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
be like gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op
bear resemblance to gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op
look like gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op de schijn van iets hebben; er uitzien; eruit zien; lijken; ogen; schijnen; toeschijnen
resemble gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op
seem gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op de schijn van iets hebben; eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen

Wiktionary Translations for gelijken:

gelijken
verb
  1. to be like or similar to something else

Cross Translation:
FromToVia
gelijken resemble ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).