Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gemêleerd:
  2. mêleren:


Dutch

Detailed Translations for gemêleerd from Dutch to English

gemêleerd:

gemêleerd adj

  1. gemêleerd (gemengd; gemixed)

Translation Matrix for gemêleerd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blended gemengd; gemixed; gemêleerd
mixed gemengd; gemixed; gemêleerd bijeengevoegd; door elkaar geroerd; doorgeroerd; gemengd; man en vrouw samen; samengevoegd

mêleren:

mêleren [znw.] nomen

  1. mêleren
    the mix; the blend

Translation Matrix for mêleren:

NounRelated TranslationsOther Translations
blend mêleren melange; mengeling; menging; mengsel
mix mêleren melêren; mengen; mix; mixen; vermengen
VerbRelated TranslationsOther Translations
blend bemoeien; dooreenmengen; inmengen; mengen; vermengen
mix bemoeien; door elkaar schudden; dooreenmengen; husselen; hutselen; inmengen; mengen; mixen; roeren; samenschikken; vermengen; verroeren