Noun | Related Translations | Other Translations |
deceased
|
|
dode; gestorvene; overledene
|
expired
|
|
verlopen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
deceased
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield; zaliger
|
expired
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
|
gone
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
foetsie; kwijt; verdwenen; weg
|
late
|
|
ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
no more
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
niet meer
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
dead
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield
|
late
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
laat; vertraagd
|
passed away
|
afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
|
dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield
|