Dutch
Detailed Translations for gierden from Dutch to English
gierden form of gieren:
-
gieren (het land gieren)
-
gieren (hard lachen)
Conjugations for gieren:
o.t.t.
- gier
- giert
- giert
- gieren
- gieren
- gieren
o.v.t.
- gierde
- gierde
- gierde
- gierden
- gierden
- gierden
v.t.t.
- heb gegierd
- hebt gegierd
- heeft gegierd
- hebben gegierd
- hebben gegierd
- hebben gegierd
v.v.t.
- had gegierd
- had gegierd
- had gegierd
- hadden gegierd
- hadden gegierd
- hadden gegierd
o.t.t.t.
- zal gieren
- zult gieren
- zal gieren
- zullen gieren
- zullen gieren
- zullen gieren
o.v.t.t.
- zou gieren
- zou gieren
- zou gieren
- zouden gieren
- zouden gieren
- zouden gieren
diversen
- gier!
- giert!
- gegierd
- gierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for gieren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
manure the fields with vulture | gieren; het land gieren | |
scream with laughter | gieren; hard lachen | uitgieren |
shriek with laughter | gieren; hard lachen |
Related Words for "gieren":
Wiktionary Translations for gieren:
gieren
Cross Translation:
verb
-
een draaiende beweging rond de verticale as maken
- gieren → yaw
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gieren | → whinny; snicker; nicker; neigh | ↔ wiehern — äußern, rufen (eines Pferdes) |
• gieren | → cry; scream; shout; cry out; call; call out; bellow; bleat; neigh; bray; roar; growl; whinny; moo; squeal; vociferate | ↔ crier — jeter un ou plusieurs cris. |
External Machine Translations: