Noun | Related Translations | Other Translations |
accept
|
|
accepteren
|
permit
|
|
entreebiljet; geleidebiljet; geleidebrief; kaart; kaartje; licentie; pas; pasje; paspoort; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs; vergunning; vrijbrief; vrijgeleide
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
accept
|
goed vinden; toestaan; toestemmen
|
aannemen; aanvaarden; accepteren; billijken; cadeau aannemen; goedkeuren; in ontvangst nemen; ontvangen; voor lief nemen; zich laten gevallen
|
agree
|
goed vinden; toestaan; toestemmen
|
accorderen; afspreken; bijvallen; congruent zijn; eens worden; gelijk geven; instemmen; jaknikken; kloppen; knikken; overeenkomen; overeenstemmen; rugsteunen; steunen
|
allow
|
goed vinden; toestaan; toestemmen
|
akkoord gaan; autoriseren; dulden; duren; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; instemmen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; veroorloven
|
permit
|
goed vinden; toestaan; toestemmen
|
akkoord gaan; autoriseren; dulden; duren; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; in staat stellen; instemmen; inwilligen; laten; mogelijk maken; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen; verlenen; veroorloven
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
agree
|
|
akkoord; in orde; mee eens
|