Dutch
Detailed Translations for grammaticaal predikaat from Dutch to English
grammaticaal predikaat:
-
grammaticaal predikaat (predikaat)
Translation Matrix for grammaticaal predikaat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
name | grammaticaal predikaat; predikaat | aanduiding; bekendheid; benaming; benoeming; faam; merk; merknaam; naam; reputatie; roep; term |
predicate | grammaticaal predikaat; predikaat | predicaat |
title | grammaticaal predikaat; predikaat | aanduiding; aanspraak; benaming; benoeming; boektitel; graad; opschrift; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; waardigheidstitel; wetenschappelijke graad |
Verb | Related Translations | Other Translations |
name | benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; een naam geven; noemen; opnoemen; opsommen; vernoemen |