Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. granaat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for granaat from Dutch to English

granaat:

granaat [de ~ (m)] nomen

  1. de granaat (projectiel; bom)
    the bomb; the projectile; the missile
  2. de granaat (explosief; bom)
    the grenade; the bomb; the shell; the explosive

Translation Matrix for granaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
bomb bom; explosief; granaat; projectiel
explosive bom; explosief; granaat explosieve stof; springstof
grenade bom; explosief; granaat
missile bom; granaat; projectiel raket
projectile bom; granaat; projectiel
shell bom; explosief; granaat behuizing; bolster; casco; cascowoning; chassis; dop; frame; geraamte; huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; peul; raamwerk; schaal; schelp; schil; schulp; shell; skelet; vel; verpakking
VerbRelated TranslationsOther Translations
bomb bestoken; bombarderen; kanonneren; met kanon beschieten; vanuit de lucht beschieten
shell bombarderen; vanuit de lucht beschieten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
explosive explosief; ontplofbaar

Related Words for "granaat":


Wiktionary Translations for granaat:

granaat
noun
  1. een met springlading gevuld projectiel
  2. een groep kubische mineralen
granaat
noun
  1. small explosive device
  2. mineral