Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. grondeigenaar:


Dutch

Detailed Translations for grondeigenaar from Dutch to English

grondeigenaar:

grondeigenaar [de ~ (m)] nomen

  1. de grondeigenaar (grondbezitter; landheer; landbezitter; landeigenaar)
    the yeoman; the landed proprietor; the landlord; the landowner

Translation Matrix for grondeigenaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
landed proprietor grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer
landlord grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer café-eigenaar; herbergier; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kastelein; kroegbaas; kroeghouder; pensionhouder; slotvoogd; verhuurder; verpachter; waard
landowner grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer
yeoman grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer

Related Words for "grondeigenaar":

  • grondeigenaren, grondeigenaars