Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hanteerbaarheid:
  2. hanteerbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hanteerbaarheid from Dutch to English

hanteerbaarheid:

hanteerbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de hanteerbaarheid (handelbaarheid)
    the manageability
  2. de hanteerbaarheid (gebruikersvriendelijkheid)
    the user-friendliness; the practicality

Translation Matrix for hanteerbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
manageability handelbaarheid; hanteerbaarheid
practicality gebruikersvriendelijkheid; hanteerbaarheid bedieningsgemak
user-friendliness gebruikersvriendelijkheid; hanteerbaarheid

Related Words for "hanteerbaarheid":


hanteerbaar:


Translation Matrix for hanteerbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
manageable gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar beheersbaar; bestuurbaar; eenvoudig te bedienen; handzaam; makkelijk in het gebruik
ModifierRelated TranslationsOther Translations
simple to operate gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend

Related Words for "hanteerbaar":


Wiktionary Translations for hanteerbaar:

hanteerbaar
adjective
  1. serving a useful function; functional or handy
  2. available for use; accessible or employable

Cross Translation:
FromToVia
hanteerbaar manageable maniable — Qui donner une impression de souplesse à la main qui le tâte, qui le palpe.