Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hazelnotenboom:


Dutch

Detailed Translations for hazelnotenboom from Dutch to English

hazelnotenboom:

hazelnotenboom [de ~ (m)] nomen

  1. de hazelnotenboom (hazelnotestruik; hazelaar; hazelstruik)
    the hazel; the hazelwood

Translation Matrix for hazelnotenboom:

NounRelated TranslationsOther Translations
hazel hazelaar; hazelnotenboom; hazelnotestruik; hazelstruik
hazelwood hazelaar; hazelnotenboom; hazelnotestruik; hazelstruik hazelaarsbos

Related Words for "hazelnotenboom":

  • hazelnotenbomen