Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hebbelijkheid:
  2. hebbelijk:


Dutch

Detailed Translations for hebbelijkheid from Dutch to English

hebbelijkheid:

hebbelijkheid [de ~ (v)] nomen

  1. de hebbelijkheid (bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; vreemdsoortigheid; merkwaardigheid)
    the peculiarity; the oddity; the singularity; the habit; the oddness; the heterogeneity; the strangeness

Translation Matrix for hebbelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
habit bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid gebruik; geestelijk gewaad; gewoonte; habijt; kerkgewaad; liturgisch gewaad; pij; priesterlijk ambtsgewaad; traditie; usance
heterogeneity bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid
oddity bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid bezienswaardigheid; buitenissigheid; excentriciteit; merkwaardig ding; merkwaardigheid; rarigheid; vreemdsoortigheid; zeldzaam exemplaar
oddness bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid vreemdheid
peculiarity bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid bijzonderheid; detail; eigenaardigheid; merkwaardigheid; vreemdheid
singularity bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid rarigheid; vreemdsoortigheid
strangeness bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdsoortigheid rarigheid; vreemdheid; vreemdsoortigheid

Related Words for "hebbelijkheid":


hebbelijk:


External Machine Translations: